Meten is geen weten
Door Luc Devoldere
De verbindende kracht van creatieven in de stad, daar ging het over op 5 november in het Antwerpse Stormkop. Daar was de Vlaams-Nederlandse conferentie 'Wegwijzers van de Tussenruimte'. Hoofdredacteur van onze Vlaamse partner-organisatie Ons Erfdeel Luc Devoldere was erbij en noteerde een paar gedachten. ‘Misschien moeten de heren en dames die huisvesting en woonbeleid in hun portefeuille hebben deze aanbevelingen ook krijgen.’
Kan kunst de wereld redden? Nee dus. In het beste geval kan kunst de wereld inzichtelijker maken, een epifanie tot stand brengen waarin de dingen er anders gaan uitzien. Misschien wordt een mens er begripvoller van. Omdat hij of zij meerdere perspectieven op de werkelijkheid aangereikt krijgt en leert aanvaarden. Kunnen kunstenaars de stad of een wijk redden, of er een meer leefbare plek van maken? Die vraag klinkt al concreter en interessanter. De commissie van het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland (CVN) organiseerde op 5 november samen met DutchCulture en deBuren een conferentie over stedelijke dynamiek en cultureel ondernemerschap.
Het pièce de résistance van de conferentie was een video, gemaakt door twee “stadmakers” die in Rotterdam-Zuid en enkele buurten van Antwerpen de straat waren opgetrokken om te spreken met kunstenaars, buurtbewoners en mensen van culturele instellingen. Ze creëerden een soort “tussenruimte”: een symbolische ruimte waarin verschillende mensen uit een buurt gelijkwaardig konden spreken en luisteren.
De stadmakers kwamen terug met tien “wegwijzers”, waarover de deelnemers aan de conferentie zich na de middag konden buigen. Om er een elfde aanbeveling aan de beleidsmakers aan toe te voegen. Want de ministers van Cultuur van Vlaanderen en Nederland, Sven Gatz en Ingrid van Engelshoven, zouden die aanbevelingen op het einde van de dag in handen krijgen.
Gebouwen in vertrouwen
Tot voor kort was het devies voor verwaarloosde wijken simpel, constateren de stadmakers: zet er kunstenaars in en de economische welvaart volgt (niet Marx, maar Gramsci, om het eenvoudig te zeggen). Maar de opbloei van de wijk leidt juist tot gentrificatie: huurprijzen stijgen, oorspronkelijke buurtbewoners trekken weg. De loodsen en ateliers van de kunstenaars komen uiteindelijk weer in handen van de projectontwikkelaars (als die al niet zelf al vertrokken zijn, op zoek naar een nieuwe, onaffe plek), en weg is de sociale mix en/of de inclusieve leefbaarheid van de buurt.
De stadmakers kwamen met interessante en evidente aanbevelingen: culturele instellingen geven creatievelingen opdrachten en residenties in de wijk. Men moet eerst de mensen ontwikkelen die al in de wijk wonen en werken. Dat kost tijd, vaak jaren, en vele contacten en gesprekken.
In het woonbeleid moeten sociale huurwoningen behouden blijven, zodat de sociale mix gegarandeerd blijft. Stel een interdisciplinaire schepen of wethouder aan die wonen, zorg, welzijn, cultuur en economie holistisch aanpakt. Stel werkkapitaal ter beschikking aan sociale organisaties, buurtinitiatieven en creatieve ondernemers op basis van vertrouwen.
Meten is hier geen weten. Geef gebouwen in vertrouwen, of voorzie tenminste langlopende huurcontracten en bied renteloze leningen aan voor de aankoop van panden.
In mijn gespreksgroep werd alvast geconstateerd dat de ministers van Cultuur misschien niet de aanbevelingen moeten krijgen, maar wel de heren en dames die huisvesting en woonbeleid in hun portefeuille hebben.
Echte burgerparticipatie
DutchCulture en deBuren hadden het goede idee om ook Manu Claeys uit te nodigen. Zijn Antwerpse organisatie StRaten-Generaal is een succesrijk voorbeeld van wat echte burgerparticipatie vermag in de politieke beslissingen over een cruciaal mobiliteits- en leefbaarheidsprobleem. Dat verruimt in één klap de discussie over de rol en impact van kunstenaars en creatievelingen in de wijken van een stad. Het zijn uiteindelijk kritische en mondige burgers die zich verenigen en hun stempel drukken op politieke beslissingen die de stedelijke gemeenschap aangaan.
Dit middenveld moet op een bepaald ogenblik ook de sociale intelligentie hebben om op het juiste moment uit de loopgraven van het eigen gelijk te stappen en de hand te reiken aan de politieke beslissers om samen tot een betere en meer gedragen oplossing te komen. Deze vorm van medezeggenschap die de representatieve democratie aanvult met de groeiende noodzaak van een participatieve democratie heeft de toekomst.
Met dank aan Ons Erfdeel